Lockheed RT-33A
Aanmetingen: Spanwijdte 11.85 m. lengte 11.49m. hoogte 3.56 m.
Gewichten: Leeggewicht 3670 kg. vlieggewicht 5432 kg.
Motortype: 1 Allison J-33-A35 van 2360 kg. stuwkracht.
Prestaties: Max. snelheid 928 km/u Klim naar 25000 ft in 7 minuten. Plafond 14480 m. Actieradius 2150 km.
Bewapening: Geen
Kleur: Aluminium de tiptanks, top en vinnen rood.
Later werden de M-102 en M-103 in het kader van de vergroening gecamoufleerd.
In september 1953 ontving het 306 squadron te Volkel zijn eerste vliegtuigen, de F-84G Thunderjet. Dit nieuwe squadron had als taak verkenning, zowel visueel als met foto’s. In november 1953 werden proeven genomen met een K20 camera in de linker tiptank van een F-84E. Deze proeven verliepen succesvol, zodat begin 1954 de F-84G werd vervangen door de F-84E met aangepaste tiptanks.
In september 1954 werd 306 squadron voor een kleine twee maanden gestationeerd op de Duitse basis Bückeburg. Rond die tijd was ook duidelijk geworden dat de Thunderjet verouderd was. 306 squadron zou worden uitgerust met een heuse fotoverkenner, de RF-84F Thunderflash.
Ter voorbereiding ontving het squadron op 16 augustus 1955 twee Lockheed RT-33 fotoverkenners. Deze kregen de codes TP-19 en TP-20, daar de Thunderflashes de codes TP-1 tot en met TP-18 zouden ontvangen.
De RT-33A had vier camera’s in de neus, drie K18 en een K22 camera, die een hele verbetering vormden ten opzichte van de ene K20 camera van de Thunderjet. De RT-33A’s kenmerkten zich door een iets dikke stompe neus welke naar voren toe opklapbaar was, waardoor men de camera’s gemakkelijk kon bereiken. Na het inbouwen van de camera’s maakte Lt. Kerstens de eerste vluchten met de nieuwe RT-33A.
In principe diende de vlieger eerst een aantal vlieguren op de RT-33A te maken, alvorens over te stappen naar de Thunderflash.
Type | US reg. | NL-reg | M nr. | Gevlogen op | 306 in | 306 uit | Bijzonderheden/Status |
RT-33A | 54-1541 | TP-19 | M-101 | Laarbruch / Deelen | 30-08-1955 | 24-01-1959 | Gecrasht op 24 jan. te Deelen |
RT-33A | 54-1542 | TP-20 | M-102 | Laarbruch / Deelen | 30-08-1955 | 15-11-1958 | Griekenland |
RT-33A | 54-1522 | TP-21 | M-103 | Laarbruch | 13-06-1957 | 24-06-1958 | Verschroot |
T-33 | 51-4512 | TR-2 | M-2 | Laarbruch | 13-07-1956 | 02-08-1956 | Turkije |
T-33 | 51-9148 | TR-7 | M-7 | Laarbruch | 16-05-1956 | 21-06-1656 | Verongelukt en verschroot |
T-33 | 51-17491 | TR-21 | M-21 | Deelen | 28-01-1958 | 25-09-1958 | Turkije |
T-33 | 52-9876 | TR-24 | M-24 | Deelen | 20-05-1958 | 16-09-1959 | Griekenland |
T-33 | 52-9922 | TR-27 | M-27 | Laarbruch | 15-04-1957 | 19-06-1957 | Turkije |
T-33 | 52-9913 | TR-29 | M-29 | Laarbruch | 15-02-1957 | 05-04-1957 | Griekenland |
T-33 | 54-1612 | TR-33 | M-33 | Laarbruch | 03-09-1956 | 31-10-1956 | Verongelukt |
T-33 | 55-4952 | TR-41 | M-41 | Deelen | 20-12-1957 | 20-05-1958 | Turkije |
Een verder verschil met de “normale” T-33 was dat de RT-33A “solo” gevlogen werd, dit om in de backseat ruimte te maken voor de benodigde elektronica. Om de vluchtduur te vergroten was er een extra brandstoftank ingebouwd.
De RT-33A was niet gemakkelijk te vliegen omdat door de verbouwingen zoals de extra tank en de ingebouwde camera’s het zwaartepunt anders was komen te liggen. Zo moest de RT-33A tijdens de landing met wat meer knopen tegen de landingsbaan worden gevlogen.
Na twee jaar was het squadron volledig overgeschakeld op de RF-84F Thunderflash en waren de RT-33’s overbodig geworden. Intussen (13 juni 1957) was nog een derde RT-33A (TP-21) aan het squadron toegewezen. De Thunderflashes zijn toen vooral voor operationele fotovluchten ingezet en de RT-33A voor externe fototaken, bijvoorbeeld, fotograferen van ijsgang of van de deltawerken.
Vanaf eind 1957, toen 306 squadron was overgeplaatst naar vliegbasis Deelen, werd tevens besloten dat het squadron alleen operationeel fotowerk zou verrichten. Er werd eind 1958 een apart onderdeel opgericht voor het uitvoeren van de overige foto-opdracht, de Basis Fotovlucht Deelen. Bij dit onderdeel waren een aantal Piper Cubs, Harvards en de drie RT-33A’s ingedeeld. Omdat de toestellen niet meer bij een operationeel squadron waren ingesteld, kregen ze hun M-registraties (M-101 t/m 103) terug op de neus.
In 1968 werd de Fotovlucht opgeheven. Bij de RT-33 waren echter al veel eerder, namelijk in 1963, de fotocamera’s verwijderd en werden de toestellen alleen nog gebruikt als eenpersoons trainer en ingedeeld bij de TVO op Woensdrecht. In de loop van de jaren zestig werd ook de camouflage weer verwijderd en werden de toestellen weer zilverkleurig gespoten.